Beter benutten van de woningvoorraad

Het zijn verwarrende tijden. Hoe de woningmarkt zich precies zal ontwikkelen, dat weet niemand. Maar één ding staat overeind: we hebben nog steeds veel meer huishoudens dan woningen. Er is sprake van een woningtekort van 300.000 woningen. Gelijktijdig is er een overmaat aan ruimte binnen bestaande woningen. Deze ruimte is nog nooit zo groot geweest en het benutten kan dus veel slimmer!

Door de ruimte beter te benutten:

• worden de gemiddeld woonlasten per huishouden lager (de woningen staan er immers al), 
• komt er een duurzamere woningvoorraad (minder materiaal- en energieverbruik), 
• is er meer ruimte voor natuur en recreatie (minder ruimtegebruik), 
• maar is er vooral een lager woningtekort! 

Hoe doe je dat dan?

Grote dure woningen kunnen worden gesplitst in kleinere betaalbare woningen. Middels doorstroming kunnen grote woningen worden vrijgemaakt voor gezinnen. Voor een samenleving die verder individualiseert, is dit een aanpak die qua duurzaamheid sterk uitstijgt boven het toevoegen van woningen die er al staan. Met verschillende wetenschappers en beleidsmakers zijn we bezig om dit vraagstuk goed uit te diepen. Binnenkort publiceren we ons onderzoek in ROmagazine en op Stadszaken.nl. En op de Provada (in november) organiseren we een bijeenkomst met corporaties, gemeenten, ontwikkelaars en beleggers over dit belangrijke onderwerp, waar voor burgers, woningcorporaties en overheden veel winst valt te behalen. 

Alvast een preview

Op basis van het feitelijke gebruik hebben we een normering aangebracht van het woonoppervlak per huishouden. We hebben hierbij ruime grenzen aangehouden. Vervolgens hebben we over heel Nederland voor alle huishoudens bepaald of men te klein, passend of te ruim woont. De krapte zit, zoals verwacht, bij de leeftijdsgroep 35-50 jaar (gezinnen). Onder empty nesters en ouderen woont bijna niemand te klein, een deel passend en verreweg de meerderheid te groot. Dit wisten we al wel, maar de uitkomsten zijn desondanks spectaculair.