Zwakke woningvoorraad onder de loep

Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de woningvoorraad in Nederland? Dat verschilt natuurlijk per regio. Van 20 door het rijk aangewezen focusgebieden heeft Springco Urban Analytics samen met partner Rebel in beeld gebracht hoe groot deze kwetsbare voorraad is, wat de precieze locaties zijn waar dit speelt en welke investeringen benodigd zijn voor het verbeteren van de kwaliteit. De resultaten zijn eerder dit jaar gepresenteerd aan de Tweede Kamer.  

Hoe gaan we te werk?

Wat is een “kwetsbare” woning precies? Dat bepalen we aan de hand van een aantal kenmeken. Hiervoor kijken we ten eerste naar de fysieke staat van de woning, door middel van het energielabel en de WOZ-waarde van de woning. Omdat niet van alle woningen het energielabel bekend is kijken we naar vergelijkbare woningen om dit te kunnen beoordeen. Met een voorspelalgoritme categoriseren we die woning als “beter”of “slechter” op het gebied van energiezuinigheid. Daarnaast wegen we de socio-economische omstandigheden waarin de woning zich bevindt ook mee; bijvoorbeeld de mate van onveiligheid in de omgeving en de financiële kwetsbaarheid van de bewoners. Als een woning op al deze kenmerken slecht scoort is de kans groot dat het een kwetsbare woning betreft. Springco heeft, door het analyseren van landelijke data, in de stedelijke focusgebieden de  woningvoorraad op deze kenmerken in kaart beoordeeld.

Focusgebieden

Er zijn in totaal meer dan 270.000 woningen door heel Nederland in kaart gebracht. De focusgebieden, waaronder in Rotterdam Zuid, Amsterdam Nieuw-West, Heerlen, Lelystad-Oost, Arnhem en Zaanstad, laten onderling grote verschillen zien. De kwestbaarheid van het bezit geft aan waar de problemen het grootst zijn en waar gestuurd moet worden op de verbetering van de woningkwaliteit.

Resultaten

De onderzoeksresultaten geven het Ministerie van BZK een duidelijk beeld waar zich de woningen bevinden die in een verslechterde staat verkerenen te maken hebben met een lage veiligheid en zwakke sociaal-economische structuur.  Het laat zien waar geïnvesteerd moet worden, in welke mate en waar de mensen wonen die deze investeringen het meeste nodig hebben. Al met al een goed handvat voor het Ministerie om het beleid op gebied van onderhoud en renovatie vorm te geven.

Wil je meer weten over onze analyses, of heb je vragen naar aanleiding van deze casus? Neem dan contact op met onze CCO Hank Groenhof.