Leestips voor in de lockdown
21 12 2021Ooit van Jane Jacobs gehoord? Vast wel als je ooit één van onze kennissessies hebt bijgewoond. De naam van de moeder der stadsgeografen valt vaker dan eens tijdens discussies over voorzieningen en stedelijke vernieuwing. Haar naam mocht zestig jaar na publicatie dan ook niet ontbreken in onze leestips, maar we hebben ook aandacht voor boeken die dichter bij huis en korter geleden zijn geschreven! Lees snel welke dat zijn.
Het was een lange interne beraadslaging, maar er is er dan eindelijk witte rook. Na iets minder dan 271 dagen navelstaren en cirkelredeneren zijn de Springcowboys en -girls eruit. Nét op tijd voordat de kerstcadeaus in huis moeten worden gehaald geven wij onze leeslijst voor tijdens de lockdown. Met uiteraard veel stadsgeoriënteerde literatuur, maar ook wat avontuur daarbuiten. De balans tussen Engels- en Nederlandstalig is gevonden, en koppeltjes van boeken zijn gemaakt. Without further ado, hier zijn ze!
De modernist Robert Moses vs de activist Jane Jacobs
“Met aan de ene kant van de ring, de grootmogol van Manhattan, New York’s master builder, Robert Moses… en aan de andere kant van de ring, de schrik van elke modernist, de rasactivist uit Scranton, Jane Jacobs!” Het had weinig gescheeld of deze twee giganten hadden elkaar echt uitgedaagd voor een duel, want ze maakten elkaar jarenlang het leven zuur. Moses als de absolute topambtenaar van New York die bijna een halve eeuw talloze invloedrijke functies combineerde en zo een duidelijke modernistische stempel op de stad wist te drukken. Grote bruggen, snelwegen en parken werden onder zijn bewind aangelegd met een overtuigingskracht die prachtig is omschreven door The Power Broker van Robert A. Caro (ook de biograaf van Lyndon B. Johnson). Premier Rutte gaf in de New York Times toe dat hij de stad elk jaar bezoekt “met The Power Broker in de hand”, omdat hij “zeg maar een groupie” van Caro is. Het laat zien dat je geen grote voorliefde voor planologie hoeft te hebben om dit boek te verslinden. En Jacobs als zijn grote tegenstander, als hoeder van ‘de plint’. Ze zag het met lede ogen hoe Moses en andere Amerikaanse bestuurders volkswijken platlegden omwille van hun modernistische droom. Volgens haar legde dit ook de levendigheid plat die de stad juist zo aantrekkelijk maakt. Haar The Death and Life of Great American Cities was vanaf 1961 een instant classic en hoort niet alleen op de nachtkastjes van placemakers te liggen, maar bij iedereen die de stad een warm hart toedraagt.
De New Yorkse titanen Robert Moses (links, foto van Everett Collection Historical) en Jane Jacobs (rechts, foto van Ron Bull)
De evangelist Edward Glaeser vs de bekeerling Richard Florida
Terwijl tijdens de hoogtijdagen van Moses en Jacobs vanuit Westerse steden nog een exodus naar suburbia plaatsvond, begonnen deze vanaf de jaren ’80 weer te groeien. Historische stadscentra, lang verloederd en opgegeven, bleken een grote aantrekkingskracht uit te oefenen op creatievelingen. En waar dit in eerste instantie nog berooide kunstenaars betrof, bleek dit ook te gelden voor de hoogopgeleide (en kapitaalkrachtige) techwerkers. Policoloog annex planoloog Richard Florida was de eerste die deze ontwikkeling tot in detail omschreef in zijn Rise of the Creative Class uit 2002. In een tijd dat gentrificatie nog minder verguisd was en in plaats daarvan als een expliciet beleidsdoel gold, maakte Florida een tour langs Westerse stadhuizen om burgemeesters en wethouders uit te leggen hoe zij de mondiale concurrentiestrijd om techwerkers in hun voordeel konden beslechten. Jaren (en veel goedbetaalde adviesklussen) later maakte hij een draai, met het boek The New Urban Crisis uit 2018. Zijn formule heeft volgens hem té goed gewerkt: de bloei van stadscentra heeft ervoor gezorgd dat woningen onbetaalbaar zijn geworden, segregatie de orde van de dag is en de kloof tussen rijke stedelingen en kansarme voorstedelingen steeds groter wordt. Voor Harvard econoom Edward Glaeser zijn deze gevaren nog lang niet genoeg om aan de ‘triomf van de stad’ te twijfelen. Volgens hem zorgt verstedelijking nog altijd voor essentiële economische kruisbestuiving, een CO2-reductie die nodig is om klimaatverandering te beteugelen en – niet onbelangrijk – gelukkigere bewoners.
De academici Edward Glaeser (links, foto van Public Salon) en Richard Florida (rechts, foto van Jaime Hogge)
De grootstedeling Zef Hemel vs de kleinschaligheidsliefhebber Floor Milikowski
Het gaat te ver om hoogleraar Hemel met Moses en journalist Milikowski met Jacobs te vergelijken, en in feite is hier ook heel wat anders aan de hand. Het contrast tussen deze twee denkers zit hem meer in de wenselijkheid van een almaar uitdijende stad, en dan specifiek Amsterdam. Zef Hemel, onlangs afgezwaaid als bijzonder hoogleraar grootstedelijke problematiek aan de UvA, ziet groei als iets onvermijdelijks. Amsterdam zal hoe dan ook doorgroeien naar een ‘global city’ met circa twee miljoen inwoners, maar het is de vraag op welke manier dit gebeurt. Als het aan Hemel ligt kiest het stadsbestuur voor hoogbouw, een IJmeerverbinding en een nieuwe toeristische trekpleister aan de Zuidas. Het NIMBYism van mensen die geen verandering in hun (gebouwde) omgeving tolereren verafschuwt hij. In zijn afscheidsboek Er was eens een stad deelt hij de uitgebreide nota’s waarmee hij Amsterdam die richting op heeft willen duwen. Het zijn ideeën waar Floor Milikowski, tevens planoloog en publicist bij onder andere De Groene Amsterdammer, niet ontzettend warm van wordt. In haar nieuwe boek dat ook ook dit jaar verscheen, Wij zijn de stad, breekt zij juist een lans voor kleinschaligheid. Ze bewierookt de kracht van de bewoners van de armere tuinsteden om Amsterdam heen, en sympathiseert met hun oppositie tegen verdichting en gentrificatie. De buurtcollectieven en coöperaties die in deze buurten ontstaan geven de stad juist de kwaliteit waar zo naar wordt gesnakt, en die hoort volgens haar altijd boven kwantiteit te worden geprefereerd. Saillant detail: Hemel en Milikowski delen een grote voorliefde voor de eerdergenoemde Jane Jacobs.
De visionairen Zef Hemel (links, foto van Pluim) en Floor Milikowski (rechts, foto van Jelmer de Haas)
De creatieveling Jan Rotmans vs de productiviteitsgoeroe Rick Pastoor
Ons team moest wel even grinniken toen het de kerstpakketten binnenkreeg. Naast de welkome culinaire lekkernijen bleken er ook twee intellectuele versnaperingen tussen te zitten, met wel hele tegengestelde boodschappen. Transitiehoogleraar Jan Rotmans was vertegenwoordigd met zijn onlangs verschenen Omarm de chaos en productontwikkelaar Rick Pastoor met zijn Grip uit 2019. Maar hoewel de auteur van deze eindejaarsspecial beide boeken nog niet heeft kunnen lezen (genoeg tijd de komende weken), toont enig speurwerk aan dat het niet per se tegenstrijdige boodschappen hoeven te zijn. Rotmans merkt op dat we ons momenteel op een kantelpunt bevinden, waarin oude zekerheden en klassieke instituties aan grote verandering onderhevig zullen zijn. Deze chaos kan eng zijn, maar creëert ook enorm veel kansen om de nieuwe maatschappij anders vorm te geven. En als je dat zo effectief en doortastend mogelijk wil doen, zal je vast en zeker wat hebben aan de lessen van Pastoor, die in zijn tijd bij Blendle leerde dat het loont om jezelf continu deadlines te stellen. Op die manier zorg je ervoor dat je altijd die rush beleeft die je hebt wanneer je nét voor een vakantie nog even wat moet afmaken.
De goeroes Jan Rotmans (links, foto van Gaby Jongenelen) en Rick Pastoor (rechts, foto van Merlijn Doomernik)
Dit was ‘m dan, heel veel leesplezier! En als je de wereld nog steeds niet door een roze bril bekijkt, lees de vooral de rest van de Spotlight Eindejaarsspecial met het beste van 2021.